#100DROMEN met Maggy Doumen

Maggy Doumen (73 jaar) kwam op 42-jarige leeftijd uit de kast, na een achttienjarig huwelijk. Vandaag is ze Rainbow Ambassador en vecht ze voor de rechten van LHBT *-senioren, een groep die nog al te vaak vergeten wordt. ‘Ze zijn bang gepest en gediscrimineerd te worden, en kruipen daarom vaak terug
in de kast op het einde van hun leven.’

Wat voor iemand was jij toen je opgroeide?
Maggy Doumen: ‘Ik voelde mij een buitenbeentje. Enerzijds kwam dat door de miserie in mijn familie.
Mijn broer en mijn vader stierven jong, mijn zus en oudere broer waren ziek en mijn oma die bij ons
inwoonde overleed ook. Toen mijn vader doodging, hadden we geen goede band. Ik was vijftien en rebelleerde, en hij was een hele dominante man. Anderzijds hield ik niet van dezelfde dingen als andere
meisjes. Mijn moeder vroeg me wel eens waarom ik niet wat meer zoals mijn zus kon zijn. Ik deed graag klusjes die door de maatschappij worden gezien als mannelijk zoals timmeren of aan de auto sleutelen,
terwijl zij liever bezig was met haar uiterlijk en met kleren. ‘Zo ga je nooit aan een man raken’, dacht mijn moeder dan.’

Wist je toen al dat je lesbisch was?
‘Nee, helemaal niet. Toen ik 21 jaar was, woonde ik voor het eerst samen met een vrouw, maar ik zag dat niet als een lesbische relatie. Ook al sliepen we in hetzelfde bed en hadden we een seksuele relatie.
Voor mij was dat een tijdelijke oplossing bij gebrek aan een mannelijk alternatief (lacht). Er werd in die
tijd niet over homoseksualiteit gepraat. Je wist dat dat bestond, maar je betrok dat niet op jezelf. In
onze familie werd er ook nooit over gepraat, ook al woonde mijn achternicht bijvoorbeeld al jaren samen met een vrouw. Ook mijn tante was vermoedelijk lesbisch, maar dat was een familiegeheim.’

Je trouwde uiteindelijk met een man. Hoe voelde dit voor jou?
‘Vanuit de maatschappij werd er van vrouwen verwacht dat ze trouwden en kinderen kregen. Voor mij was het huwelijk met een man dus een logische volgende stap. Ook al zag ik een relatie met een man niet zitten. Al mijn lesbische vriendinnen van mijn leeftijd zijn trouwens ooit getrouwd geweest. Ik leerde mijn (ondertussen ex-)man kennen en kreeg twee prachtige kinderen. Ik voelde wel dat iets niet juist zat, maar ik onderdrukte die gevoelens, en focuste me op mijn gezin en mijn sociaal engagement. Tot ik in een depressie belandde.’

En die depressie bleek toen een kantelmoment te worden …
‘Het was mijn vroegere vriendin die mij hielp mezelf te vinden. Ze zocht mij uit het niks op en vroeg mij of ik dacht dat zij lesbisch was. Ik flapte eruit: ‘Jij niet, maar ik wel.’ Ik was zo geschrokken van mijn eigen woorden! Ik wist niet dat ik lesbisch was, maar toen ik die woorden uitsprak, voelde ik dat ze klopten.
Daar stond ik dan, getrouwd met twee kinderen … (lacht) Ik heb mijn man die avond nog verteld dat ik lesbisch was, maar hij schrok niet. Hij zei dat hij dat al lang wist.’

Voelde dit besef als een soort thuiskomen aan?
‘Ja en nee. Enerzijds was ik opgelucht dat ik mezelf gevonden had, en dat ik wist wat er al die jaren aan de hand was. Anderzijds was het toch een enge en moeilijke periode. Ik ging van een stabiel, door-snee-leven met een man en twee kinderen naar een onzekere situatie die ik niet kende. Dat was moeilijk, maar ik heb mijn weg gevonden. Een jaar later leerde ik mijn vrouw Bea kennen, waar ik ondertussen al 27 jaar mee samen ben.’

Je komt vandaag als RainbowAmbassador op voor LGBTQ+-ouderen. Waarom maakte je deze keuze?‘Mijn achternicht stierf in een woonzorgcentrum (WZC), en de vriendin waar ze al vijftig jaar mee samenwoonde, werd niet verwittigd. Er werd daar nooit gesproken over haar geaardheid; een lesbische vrouw bestond zogezegd niet. En zo is de toestand overal. Als je vandaag naar een centrum gaat en je vraagt of ze LGBTQ+-bewoners hebben, zullen ze 9 op de 10 keer nee zeggen. Terwijl die er echt wel zijn: ons land telt ongeveer 200 000 LGBTQ+-senioren. Er is geen aandacht voor vanuit het personeel, maar veel LGBTQ+’s kruipen ook terug in de kast omdat ze bang zijn gepest en gediscrimineerd te worden door hun medebewoners. Het WZC is voor velen hun laatste halte, en daar willen ze hun dagen in rust doorbrengen zonder problemen. Maar omdat ze zich- zelf niet kunnen zijn, ervaren veel LGBTQ+-senioren sociaal isolement, depressies en angststoornissen.

Wat doen jullie precies bij RAINBOWAMBASSADORS?
‘Wij maken actief contact met seniorenorganisaties en de ouderenzorg in het algemeen. We informeren aan de hand van infosessies, tentoonstellingen en films bijvoorbeeld. Dit doen we zowel voor het per- soneel, als voor studenten zorg en verpleegkunde en de medebewoners. We maken het onderwerp bespreekbaar, en zorgen dat er een positieve cultuur gecreëerd wordt, zodat LGBTQ+-ouderen zichzelf kunnen zijn. Wij willen hen weer zichtbaar maken.’

Wat is jouw ultieme droom?
‘Dat alle (woon)zorgcentra zich openstellen voor diver- siteit en zaken als intimiteit, en zich aanpassen aan alle minderheidsgroepen. Aan LGBTQ+-senioren, maar ook aan senioren uit migrantengroepen bijvoorbeeld, want die gaan binnenkort ook in onze woonzorgcentra terechtkomen. Iedereen heeft recht op een waardig leven. Zolang de onrechtvaardigheden in de wereld niet zijn opgelost, moet je voor andermans rechten opkomen.’

Interview Femma Wereldvrouwen November 2021


 

 

Scroll naar boven